Meditatie: bij dat woord denken mensen algauw aan een inmiddels weer overgewaaide trend. Maar niets is minder waar: onderzoek uit 2021 heeft uitgewezen dat wereldwijd zo’n twee- tot vijfhonderd miljoen mensen mediteren. En dat zijn nog niet eens de interessantste cijfers: zo groeide de marktwaarde van de Noord-Amerikaanse meditatie-industrie tussen 2015 en 2016 van zo’n 959 miljoen naar 1,8 miljard, en in Nederland mediteert zo’n zestien tot eenentwintig procent van de mensen sporadisch tot regelmatig. Meditatie is steeds minder exclusief voor leden van de zevende hemel-club en wordt steeds meer een down-to-earth begrip dat zich thuis voelt in de moderne maatschappij. Toch is het een fenomeen dat moet vechten voor een eerlijke kans. Hoe komt dat, en hoe lossen we het op?
Definitie
Om te begrijpen hoe de maatschappij naar meditatie kijkt en waarom, moeten we terug naar de basis: de definitie. Volgens het Engelse woordenboek betekent ‘to meditate’ to focus one’s mind for a period of time, in silence or with the aid of chanting, for religious or spiritual purposes or as a method of relaxation. Het Nederlandse Woorden.org maakt er iets heel anders van: daar wordt het gedefinieerd als een poging om je werkelijke zelf te ervaren.
Twee behoorlijke uitersten, en de definitie die door de meeste coaches, apps en boeken wordt gehanteerd valt daar tussenin: ‘een methode om de geest te trainen, met meer aandacht voor en bewustzijn van het nu tot doel.’ En dat neemt vele vormen aan, van leren om de stilte van je eigen zijn op te zoeken, te focussen op je ademhaling en daarin tot inzichten te komen tot de meer kindness-based approach van sommige apps, die jouw mentale welbevinden willen verbeteren aan de hand van bijvoorbeeld affirmaties, visualisaties, oefeningen in zelfliefde en het dealen met zware emoties.
Het kan alle kanten op, en de waarheid is dan ook dat meditatie zich helemaal niet zo gemakkelijk laat definiëren. Volgens sommigen is het de kunst van je hoofd leegmaken, volgens anderen gaat het puur om focussen op je ademhaling. Er zijn mensen die het definiëren als een manier om in het nu te leren leven, en er zijn er die zeggen dat meditatie de parapluterm is voor een heel scala aan ontspanningstechnieken. En misschien dat de maatschappij er daarom wel zo’n moeite mee heeft: al sinds de eerste westerse volkeren notie namen van meditatie, weten we eigenlijk niet echt wat het nou precies is, en begrijpen we het dus ook niet echt.
Van het oude Azië naar het westen
Waar is die geheimzinnige geesteskunst begonnen en hoe heeft het zich ontwikkeld tot het verrassend controversiële en ogenschijnlijk trendgevoelige fenomeen dat het nu is? Meditatie is een ontzettend oude leer die haar oorsprong naar alle waarschijnlijkheid vindt in het oude India en het oude China, nog vóór de start van de christelijke jaartelling. Het had in eerste instantie filosofische doeleinden en is langzamerhand doorgesijpeld in het spirituele en religieuze: ook de heilige boeken van de islam, het jodendom en het christendom geven namelijk blijk van het bestaan van meditatie, in de vorm van gebed en bezinning op de standvastigheid van je geloof en op de relatie met een godheid. Het is echter de oude meditatiekunst uit India en China die in de achttiende eeuw door verlichte westerse filosofen werd bestudeerd, en er waren nog twee eeuwen voor nodig om het echt naar de moderne wereld te laten overwaaien.
Trend in het westen
In de jaren zestig zagen Indiase yogi’s kansen in Amerika: ze wilden hun meditatiekunst graag het continent over brengen en dachten dat de Verenigde Staten het beste startpunt vormden, gezien hun reeds gevestigde reputatie van broedplaats voor populaire cultuur.
En ze hadden gelijk: toen deze yogi’s en monniken studio’s en verenigingen begonnen in bijvoorbeeld Chicago en New York, leidde dat tot de geboorte van de eerste ‘soul searchers.’ Oftewel: er ontstond een trend, voornamelijk onder mensen met privilege, een goedgevulde bankrekening en een A-status, al dan niet uit het vintage Hollywood, om in hun midlifecrisis te besluiten om alles achter te laten en op een meditatieretraite in India of Tibet ‘op zoek te gaan naar zichzelf en de zin van het leven’. Het was iets mythisch, iets mystieks dat niemand precies begreep of kon uitleggen, maar het kwam erop neer dat je daar ging meditéren en dat al die antwoorden dan uiteindelijk in jezelf bleken te zitten, als een soort innerlijke boeddha.
Populair
Sinds meditatie zich in het westen heeft gevestigd, heeft het gelukkig wel een behoorlijke evolutie doorgemaakt. Het is uitgegroeid tot een erkend en uitgebreid onderzocht onderdeel van de geestelijke gezondheidszorg en een serieus genomen schild in de strijd voor beter mentaal welbevinden die in de laatste jaren zo’n groot agendapunt is geworden voor zowel onszelf als onze scholen, zorginstellingen, werkgevers en overheden.
Meditatie lijkt in onze mainstreamcultuur bovendien steeds normaler te worden: beroemdheden als Katy Perry, Will Smith, Kristen Bell en Paul McCartney zweren erbij, maar ook de top van de zakenwereld – denk aan Bill Gates, LinkedIn-CEO Jeff Weiner, journalist Arianna Huffington Warrior en Tupperware-bedenker Rick Goings – heeft zich in de afgelopen jaren uitgesproken over hoe meditatie hen succesvoller maakt.
En dat blijft allemaal niet onopgemerkt: zo levert de zoekterm ‘meditation’ zo’n 903 miljoen hits op via Google – ter vergelijking: in 2021 waren dat er nog 340 miljoen – en vind je met de Nederlandse term ongeveer acht miljoen stukjes internet. Op de online markt vind je ruim tweeënhalfduizend mindfulness- en meditatieapps, waarvan Headspace met 80 miljoen downloads de grootste is. Het legt de ontwikkelaars geen windeieren: in 2018 waren deze apps dé trend in de App Store en in 2019 brachten ze bijna tweehonderd miljoen dollar in het laatje.
Successful self medi(t)(c)ating
Dit alles is allemaal niet verwonderlijk als je bedenkt dat betaalbare zelfbehandeling al een tijdje aan een opmars bezig is: als er veilige manieren zijn om je fysieke, mentale of emotionele klachten zelf aan te pakken, in de vertrouwdheid van je eigen omgeving, op je eigen tempo en je eigen manier, zonder dat er andere mensen met wellicht minder begrip en meer haast aan te pas hoeven te komen, dan verkiezen mensen dat bijna altijd boven een bezoek aan de huisarts of psycholoog. Dat zie je aan de opkomst van online therapiepraktijken en thuisarts-websites, maar ook de talloze meditatieapps, -podcasts en -platformen voorzien in deze behoefte.
Dat wordt bovendien nog versterkt doordat in de afgelopen jaren tal van onderzoeken en trials van toonaangevende universiteiten als Stanford en Harvard en van zowel landelijke als internationale gezondheidsorganisaties de voordelen van meditatie hebben onderschreven. We worden van nature aangetrokken tot wat goed voor ons is en het geeft ons een goed gevoel als we dat ook gebruiken.
Zo is ontdekt dat meditatie de bloeddruk, hartslag en zuurstofbehoefte verlaagt, waardoor we minder ontvankelijk zijn voor stress en spanning en beter kunnen ontspannen. Ook zorgt meditatie ervoor dat we beter kunnen slapen, beter omgaan met (chronische) pijn en meer energie en focus hebben. Daarnaast stimuleert meditatie de aanmaak van nieuwe grijze stof, oftewel nieuwe hersenverbindingen, waarmee je geheugen versterkt wordt en er ruimte komt voor meer leerwinst, creativiteit, zelfreflectie en productiviteit.
Maar de lijst gaat nog verder: meditatie bevordert de werking van hormonen als cortisol (stressniveau), melatonine (rust), serotonine (stemming) en dopamine (flow) en helpt je om meer grip te krijgen op je emoties, je zelfbewustzijn en zelfcompassie en je relaties. Weinig zweverigheid dus, en vooral veel harde feiten die sterk duidelijk maken waarom succesvolle mensen zo’n fan zijn van meditatie: het is goed voor je hersenen, en dus voor je lijf, en dus voor je functioneren.
Verdedigen
Klinkt goed, toch? De meditatie-emancipatie. Maar toch… toch, ondanks al die prachtig empirische feiten en nuchtere getuigenissen, kunnen we stellen dat in de publieke opinie de zweverigheid nog steeds hoogtij voert en dat de sceptici nog welig tieren… en juist daardoor ligt de drempel voor beginners vaak nog behoorlijk hoog.
Menigeen ziet de ‘soul searchers’ nog voor zich waar zo laatdunkend over wordt gedaan, evenals de Tibetaanse monniken die zesentachtig uur lang rituele gezangen uitstoten, de fitgirls die zichzelf met kaarsen aan in allerlei yogabochten wringen of de hippieachtige goeroefiguren die zweren bij chakra’s, maanstanden en geschenken van het universum. Ook Julia Roberts in Eat, Pray, Love komt geregeld voorbij in ons beeld van meditatie. Meditatie hoort thuis in het hokje van life coaching, veganisme, astrologie, de dankbaarheidslijstjes en de biologische medicijnen. Als je mediteert, zweef je ergens tussen hemel en aarde, maar ben je niet nuchter genoeg voor het down to earth-echte leven. Je bent spiritueel, alternatief, excentriek… en ga zo maar door.
Zeggen dat je mediteert roept dan ook soms hetzelfde gevoel van taboe op als zeggen dat je gelovig bent: alsof je heel hard je best moet doen om je te verdedigen en begrip te krijgen en serieus genomen te worden. Maar eigenlijk komt dat vooral doordat we nog steeds te weinig begrijpen van wat meditatie nou eigenlijk echt is.
Abstractie
Het is abstract, complex, omvat zoveel dingen dat het bijna niet te definiëren is – en zelfs mensen uit dezelfde meditatieklas zullen nog met verschillende definities komen. Het is iets metafysisch, bijna, iets dat moeilijk te rijmen is met het echte leven… iets waarin je moet geloven. Daarom is de vergelijking met gelovig zijn ook zo op zijn plaats, want als je aan iemand die niet mediteert vertelt dat jij dat wel doet, kun je op hetzelfde onbegrip – hopelijk genuanceerd met respect – stuiten als wanneer je een atheïst vertelt dat je in een godheid gelooft. Pas als je het ervaart, snap je het. Daar kan geen wetenschappelijke data tegenop: ook al bestuderen we nog zo nauwkeurig wat er in de hersenen gebeurt als we mediteren, zolang we niet weten waaróm het gebeurt, blijft het abstract. En wat doen we als maatschappij wanneer we iets niet begrijpen? We marketen het naar een bepaald hokje toe, zodat we kunnen doen alsóf we het begrijpen., terwijl we het in feite afwijzen Want de maatschappij is nou niet bepaald de beste marketeer.
Marketingprobleem
Dat marketingprobleem dat meditatie heeft, zoals zakenman Tim Ferries ook zegt, is tweezijdig. Enerzijds is er de kwestie dat mensen alleen wierook, mystieke trances, aura’s en dromenvangers voor zich zien.
Tegelijkertijd slaat de meditatiemarketing echter soms ook nog door naar de andere kant: afhankelijk van de sociale mediakringen waarin je je beweegt, lijkt het alsof je iets mist wanneer je niet mediteert. Mensen die mediteren of daar hun beroep van hebben gemaakt, promoten het uit en te na als een lifestyle, een soort exclusieve club die het geheim des levens kent. En als jonge vrouw met ambities en doelen lijkt het bijna een must, alsof het in de cultuur van de boss babes een absoluut onmisbaar ingrediënt is voor je succes. alsof je niet mag meedoen, niet serieus genomen wordt als je niet mediteert… terwijl je tegelijkertijd ook niet serieus genomen wordt als je wél mediteert. Damned if you do, damned if you don’t.
Life skills
Het is een soort dubbele standaard, een hypocriete ironie: men vindt het belangrijk dat we stevig in onze schoenen staan, onszelf een beetje kennen, goed voor onszelf zorgen, onze rust nemen en onze vitale functies onderhouden. Niemand vertelt je echter hoe dat precies moet, en als we besluiten om het met meditatie te proberen, wordt dat begroet met rollende ogen, laatdunkende lachjes en een hele lading aan vooroordelen.
En dat is enorm onterecht. Tim Ferries interviewde 140 mensen in zijn netwerk en kwam erachter dat negentig procent van hen mediteert, omdat het hen júist helpt met de meest down to earth-dingen als beslissingen nemen, stress elimineren, ruimte maken voor nieuwe ideeën, ontprikkelen, reflecteren en creativiteit activeren. En ook als je googelt op ‘why I love meditation’, kom je dat soort dingen tegen: life skills die we onszelf moeten aanleren om ons hoofd boven water te houden en ook nog een beetje fijn te leven.
Ontnuchteren
En daar komt de echte meditatie-emancipatie om de hoek kijken: de toename in populariteit van de meditatiemarkt én in omvang van de meditatiedemografie laat namelijk wel zien dat meditation education zin heeft. Hoe meer we proberen uit te leggen wat meditatie is en waarom het werkt, hoe minder abstract het wordt en hoe beter we ons kunnen wapenen in de strijd tegen zweverigheid. Want eerlijk: zweverigheid is ook maar een uitvinding van de maatschappij om mensen te beschrijven die niet aan de normen van nuchterheid voldoen.
Hoe iemand mediteert, meditatie definieert of anderen begeleidt bij het mediteren, zou überhaupt niet op een zweverigheidsschaal gemeten moeten worden: down-to-earth en spiritueel sluiten elkaar niet uit, ook de meest nuchtere CEO kan af en toe wel een adempauze gebruiken en ook wetenschappers kijken af en toe met een kop thee uit het raam om even stil te staan bij hoe ze zich nou eigenlijk voelen. En we moeten allemaal op de een of andere manier dicht bij onszelf durven komen als we onszelf niet heel regelmatig heel lelijk tegen willen komen.
Zij die mediteren, moeten daar vooral vol trots voor blijven uitkomen, of we het nou beschouwen als een poging om je werkelijke zelf te ervaren of als focusing the mind for religious of spiritual purposes or as a method of relaxation of iets ertussenin. Het is de maatschappij die moet ontnuchteren van het zweverigheidsstigma, zodat meer mensen het een kans durven te geven – en het is de markt die moet stoppen met het spiriwiri-narratief. Laten we ons voordeel doen met het ondefinieerbare van meditatie en het gewoon nemen zoals het is: iets waar iedereen van kan maken wat hij wil.