Lezen was zeer waarschijnlijk mijn eerste liefde, en na dertig jaar is het nog altijd mijn liefste liefhebberij – al moet het soms flink wedijveren met het zelf schrijven. Door de jaren heen is mijn smaak flink veranderd, evenals mijn opvattingen over goede boeken, en na jaren min of meer hetzelfde lezen, bestaat mijn collectie van ruim vijfhonderd papieren boeken en meer dan duizend ebooks uit een breed scala aan genres: van non-fictie en poëzie tot young en new adult, en van fantasy en sciencefiction tot historische- en feelgoodromans. Maar één ding is in al die tijd nooit veranderd: mijn liefde voor het aanraden van boeken die mijn hartsnaren op de een of andere manier hebben weten te beroeren – of dat nou door een prachtig plot, een fijne feelgoodfactor of een sublieme schrijfstijl is – en dat is precies wat ik met deze rubriek ga doen. Want wat is er leuker dan een boekenclub?
Er was eens iets anders – Danielle Teller
‘Achter een meeslepend verhaal gaat vaak een nederige waarheid schuil.’
Wie aan het sprookje van Assepoester denkt, denkt aan de boze stiefmoeder, met haar twee afgrijselijk lelijke en vileine dochters en haar vijandigheid tegen dat arme weesmeisje. Maar wat als alles wat we denken te weten over die vrouw eigenlijk niet klopt? Wat als zij zelf ook een verhaal heeft, dat misschien wel interessanter is dan dat van Assepoester? Wat als de boze stiefmoeder, die in dit verhaal Agnes blijkt te heten, helemaal niet zo’n boosaardig figuur is en het sprookje dat we zo goed kennen en waar we zoveel van houden helemaal niet zo sprookjesachtig? En wat als de geschiedenis van de boerendochter die opklom tot jonkvrouw, de geschiedenis van de stiefzusters die tegen wil en dank lelijk werden, eigenlijk veel interessanter is dan die van het meisje dat een huwelijk met een prins in de schoot geworpen kreeg? Wat als… er een ander verhaal achter het sprookje zit? Het ware verhaal?
Dit boek is een moderne, feministische en complexe, maar niettemin nog steeds onderhoudende en herkenbare versie van het Assepoester-sprookje die desondanks perfect in een achttiende-eeuws sprookjesboek zou passen. Teller zet de lezer met behulp van sterke couleur locale en een vernuftige en schilderachtige – zij het wat langdradige – schrijfstijl op speelse wijze aan het denken over het construct ‘sprookje’ en presenteert een realistische, dynamische en authentieke hertelling die verder gaat dan ‘’er was eens’’ en ‘’ze leefden nog lang en gelukkig.’’ Vergeet gerust alles wat je denkt te weten over het klassieke verhaal: deze versie zul je gegarandeerd beter vinden.
Er was eens iets anders (All the Ever Afters) | Danielle Teller | vertaald uit het Engels door Marja Borg | verschenen bij uitgeverij Ambo|Anthos (2019) | 376 bladzijden | historische fantasy |
De jongen die van de wereld hield – Tjibbe Veldkamp
‘Zalenka wilde zijn moeder niet worden. Hij zou niet leven. Hij wist niet welke van de twee hij het ergst vond.’
Adem is een mogelijk kind: een ziel die rondwaart tot zijn ouders hem op de wereld besluiten te zetten. Tot dat daadwerkelijk gebeurt, is hij zijn bestaan niet zeker… en sterker nog, Adems bestaan hangt al aan een zijden draadje, want zijn ouders dreigen elkaar mis te lopen. En dus krijgt hij bij uitzondering een voorschot op het leven, zodat hij zijn ouders bij elkaar kan brengen om echt te worden. Maar… hoe doe je dat?
Tja… hoe doe je dat, twee mensen ervan overtuigen dat ze voorbestemd zijn om niet alleen elkaar te vinden, maar ook een ziel het leven te schenken? De jongen die van de wereld hield beantwoordt die vraag in de vorm van een bijzonder, filosofisch sprookje. De bitterzoete, diepgravende thematiek van ervoor kiezen geboren te worden of iemand wel of niet geboren te láten worden is universeel beladen en ongrijpbaar en vraagt wel wat van het denkniveau en de spanningsboog van de lezer, ondanks de avontuurlijke verpakking. Officieel gaat het hier om een jeugdboek, en ook niet het minste aangezien Veldkamp er de prestigieuze Woutertje Pieterse-prijs mee heeft gewonnen, maar een goede aanbeveling zou zijn om de ervaring eerst als volwassen lezer aan te gaan en dan de jongere bij de hand te nemen.
De jongen die van de wereld hield | Tjibbe Veldkamp | geïllustreerd door Mark Janssen | verschenen bij uitgeverij Querido (2023) | 173 bladzijden | jeugedboek |
Rood, wit & koningsblauw – Casey McQuiston
‘’Geschiedenis, hè? Volgens mij kunnen wij die wel schrijven.’’
Alex Claremont-Diaz is de zoon van de eerste vrouwelijke president van Amerika en vindt zijn leven helemaal leuk. Alleen dreigt het imago van zijn moeder naar de haaien te gaan wanneer hij een scène schopt met prins Henry van het Verenigd Koninkrijk, en dus moet hun aartsvijandschap héél snel een bromance worden – maar die B verdwijnt sneller dan Alex lief is, en dan is het maar de vraag hoe slim het is om als First Son verliefd te worden op een prins… of überhaupt op een jongen.
Als je ‘all the feels’ opzoekt in het woordenboek, staat het omslag van deze queer new adult erbij. De schrijfstijl is spiegelglad, hilarisch en heerlijk ongefilterd, en Alex en Henry delen de eerste plaats voor favoriete hoofdpersoon, maar alle andere personages delen de tweede plek. Veel belangrijker echter is dat het verhaal ontzettend realistisch is en McQuiston probeert er absoluut geen sprookje van te maken, maar laat op een authentieke en scherpe manier zien hoe de werelden van het Witte Huis en Buckingham Palace best weleens in elkaar zouden kunnen zitten, en alles eraan voelt alsof het gewoon vroeg of laat een keer écht geschiedenis zou kunnen worden. Tegelijkertijd heeft ze de vlinders, confetti, suikerspinnen en vuurwerkshows ook absoluut niet geschuwd: Alex en Henry zijn de absolute crème de la crème van fictieve koppels. Ze zijn zó goed en mooi samen en er zit zoveel liefde, oprechtheid, tederheid en magie in wat ze met elkaar hebben, in hoe ze samen groeien en hoe ze voor elkaar gaan dat hun happy end straks ook het eerste werkelijke homoseksuele powerkoppel gegund is.
Rood, wit en koningsblauw (Red, White and Royal Blue) | Casey McQuiston | vertaald uit het Engels door Erica Disco | verschenen bij uitgeverij Z&K (2020) | 412 bladzijden | new adult | verfilming te bekijken op Amazon Prime |
Lessen in chemie – Bonnie Garmus
‘’Als een vrouw ongehuwd zwanger raakt, wordt de man die haar zwanger heeft gemaakt dan ook ontslagen?’’
Verenigde Staten, jaren zestig. Elizabeth Zott staat al sinds het begin van haar carrière als scheikundige altijd in de schaduw van haar mannelijke collega’s. Na de dood van haar geliefde Calvin, wanneer ze ontdekt dat ze zwanger is, wordt dat alleen nog maar erger. Ze moet vechten om haar goede naam te behouden en zowel haar hoofd als dat van haar dochter Mad boven water te houden, en het aanbod om een kookprogramma te presenteren zou dan ook een geschenk uit de hemel moeten zijn. Maar Elizabeth is wetenschapper, en laat dat nou net zijn waar de producenten níet op zitten te wachten…
Elizabeth Zott mag dan een fictief voorbeeld zijn van een vrouw die haar tijd tegen wil en dank ver vooruit was, haar plek in de geschiedenis- en scheikundehandboeken zou ze meer dan verdiend hebben. Ze houdt zich onbekommerd en onbeschroomd staande in haar queeste om naam voor zichzelf te maken, en juist daardoor is ze een fantastische spreekbuis voor alles wat er zo woestmakend mis is in dit maatschappijbeeld. Garmus combineert de maatschappijkritiek in Lessen in chemie feilloos met een feelgoodfactor en weet het vrouwelijk onrecht bijzonder krachtig en onverholen standvastig om te zetten in zeer bevredigend vrouwelijk statement: ze maakt je gedurende het hele verhaal meerdere keren ontzettend boos en kalmeert je dan weer door haarfijn te laten zien dat Elizabeth net zo boos is en er net zozeer iets mee doet als wij vrouwen dat anno 2024 doen – en daarmee wordt meteen duidelijk hoe geruststellend veel én bedroevend weinig er veranderd is. Het decor van het kookprogramma vormt daarbij een bijzonder sfeervolle en vermakelijke katalysator. Het is jammer dat de compositie niet zo sterk is: de wetenschappelijke verhandelingen zijn te veel van het goede en na een prikkelend begin kiest Garmus ervoor terug te gaan naar een heel wat tragere exposé, maar eerlijk is eerlijk: het onderhoudende verhaal en de ‘female rage, but make it sixties’-thematiek zijn sterk genoeg om dat er niet zo toe te laten doen.
Lessen in chemie (Lessons in Chemistry) | Bonnie Garmus | vertaald uit het Engels door Eefje Bosch | verschenen bij uitgeverij De Boekerij (2022) | 383 bladzijden | historische roman | verfilming te bekijken op Apple TV+ |
Camino – Graeme Simsion & Anne Buist
‘’Het probleem ontstond tijdens een lange reis, en nu maak je een lange reis om de wond te genezen.’’
Wanneer haar man plotseling overlijdt en haar verward en eenzaam achterlaat, besluit kunsthistorica Zoë naar haar beste vriendin te gaan, die in het Franse dorp Cluny woont. Daar vindt ze geen antwoorden, maar raakt ze wel geïnspireerd door de vele menen die in dit dorp aan hun Camino – wandeltocht – naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela beginnen. Omdat ze niets beters kan verzinnen, besluit Zoë hetzelfde te doen, net als Martin, al heeft hij al reden dat hij onderweg een technisch product wil uittesten. Denkt hij. Want zoals Zoë en Martin al snel zullen ontdekken, loop je de Camino nooit waarom je denkt dat je hem loopt.
Camino is geen religieus verhaal en evenmin een beschrijvende wandelgids voor wie de tocht wil gaan maken. Wat het wel is? Een roman die vakkundig op het randje van feelgood balanceert waarin de auteurs een even kostelijk als krachtig verhaal vertellen over de Camino die we in feite allemaal te lopen hebben. Het feit dat er amper een paar pagina’s worden gegeven aan de daadwerkelijke aankomst in Santiago illustreert dat, evenals het verrukkelijk kleurrijke ensemble aan reisgenoten en medestanders die Zoë en Martin tegen het lijf lopen en die de lezer meer dan eens aan het denken zetten over wat het eigenlijk betekent om jezelf kwijt te raken, tegen te komen in de weg te zitten en terug te vinden. Het feelgoodgehalte stijgt met elke keer dat de auteurs – zich ongetwijfeld verkneukelend – het ‘elkaar nét mislopen’-trucje inzetten, en ook de laatste paar hoofdstukken zullen de lezers die hun hartsnaren graag beroerd zien niet teleurstellen. Jammer van het einde dat louter bedoeld is om de lezer het vervolg te laten oppakken, maar verder een dikke aanrader.
Camino (Two Steps Forward) | deel 1 van de Two Steps-serie | Graeme Simsion & Anne Buist | vertaald uit het Engels door Mieke Trouw-Luyckx | verschenen bij uitgeverij L.S. Amsterdam (2019) | 384 bladzijden | roman |