Killing Eve was ten tijde van het eerste seizoen in 2018 één van de meest opwindende series die het televisielandschap te bieden had. Fleabag-genie Phoebe Waller-Bridge schreef de eerste acht afleveringen volgens een nog nooit eerder vertoonde formule: een messcherp en vilein kat-en-muisspel tussen een mondaine, flamboyante en glorieuze huurmoordenaar en de geheim agent die haar moet zien op te pakken… een spel waarbij het geen seconde zeker is wie nu de kat en wie de muis is, wie op wie jaagt, wie door wie in de luren wordt gelegd en wie op de prooi af sluipt. De Volkskrant noemde het eerste seizoen een ”glimmende bingemachine”, Entertainment Weekly beschreef de serie als chilling, thrilling and blood-spilling, volgens Varsity is het thrillergenre geherdefinieerd dankzij Killing Eve en Trouw verkondigt vergenoegd dat de serie alle detectiveclichés op stijlvolle wijze het raam uit werpt. De Emmy-, Golden Globe- en BAFTA-commissies zijn dol op de show, evenals beroemdheden als Taylor Swift en Ellen DeGeneres, en naast het briljante acteerwerk worden de spookachtige soundtracks, de fantastische kostuums en de camerashots op schitterende locaties bejubeld. Killing Eve heeft in rap tempo de harten van critici en kijkers veroverd, en na een spetterend eerste seizoen volgde een nog steeds ijzersterk, maar iets zwakker vervolg. Voor de derde reeks was he dan ook bijzonder spannend in wat voor achtbaan we zouden stappen… maar jammer genoeg lijkt het meer op een jammerlijk ontsporende trein dan op de verhoopte spinning coaster.
Killing Eve draait om Brits geheim agent Eve Polastri (Sandra Oh in haar eerste baanbrekende rol sinds Grey’s Anatomy) die op de zaak van een reeks bijzonder gelikte moorden wordt gezet. Al snel blijkt dat huurmoordenaar Villanelle (Jodie Comer, in een rol die haar op de kaart zet na reeds sublieme performances in Doctor Foster en The White Princess) erachter zit, en Eve is vastbesloten om haar te pakken te krijgen. Maar Villanelle weet precies hoe ze moet ontkomen en onzichtbaar moet blijven, en als de twee elkaar door een bizarre samenloop van omstandigheden ontmoeten, is het hek van de dam. Villanelle doet haar werk met verve en vernuft, maar begint ook broodkruimels achter te laten voor Eve, die langzaam maar zeker op een dieper niveau door Villanelle gefascineerd raakt dan alleen als detective.
De eerste serie, en daarmee Waller-Bridges aandeel in het kijkcijferkanon, eindigde met een explosieve climax waarbij Eve Villanelle in een waanzinnig appartement in Parijs in de buik steekt, vlak nadat de kijker nog ”kus! kus! KUS!” naar de tv riep – want ja, de seksuele, ongelooflijk complexe spanning tussen de twee is niet van deze wereld en zo intens dat je even vergeet dat het hier om een nagenoeg gevoelloze seriemoordenaar gaat. In de tweede serie, geschreven door Emerald Fennell, werd het vuur tussen de twee opgestookt tot het uiteindelijk tot een samenwerking kwam… resulterend in een verhitte escapade in Rome, waarbij Eve plots zelf tekeer ging met een moordwapen, om vervolgens terug te krabbelen bij het idee van een leven samen met Villanelle, als twee onoverwinnelijke en bloedmooie moordenaressen… en dat leverde haar een kogel op. Mes in de buik werd kogel in de rug. Van ”what really happened in Paris” naar ”what the hell happened in Rome.” Schaakmat. En ook dit seizoen werd razend goed ontvangen, sloeg de lucht regelmatig uit je longen en had een constante adrenalinevibe van niet weten welke kant het op zou gaan. Prima schrijver dus, die Fennell, alhoewel het glanzende nieuwe laagje er natuurlijk wel een beetje af was.
Maar Eve overleeft het… uiteraard, want een seizoen zonder de titelrol zou niet echt ergens op slaan. Ze overleeft het, terwijl Villanelle ervan overtuigd is dat ze dood is. Eve zakt weg in een donker niets, gestopt met haar werk voor de geheime dienst, haar huwelijk kapot en volledig in de war doordat Villanelle haar weer terug bij af heeft gebracht. Ze is er klaar mee – tenminste, totdat ze opnieuw wordt ingeschakeld omdat Villanelle, die in eerste instantie een rijke erfgename aan de haak had geslagen om mee te trouwen en nooit meer bloed aan haar handen te hoeven hebben, toch weer aan het werk is gegaan. Het seizoen opent namelijk met een Russische gymnaste die in de jaren zeventig haar teamgenoot een kopje kleiner maakt, en deze Dasha (aardig interessante gastrol van Harriet Walter, The Spanish Princess, Belgravia) blijkt Villanelle ooit als jonge huurmoordenaar onder haar hoede te hebben genomen. Dat doet ze nu weer: geen sprake van namelijk dat ze ermee stopt. En Villanelle zou Villanelle niet zijn als ze niet een paar voorwaarden had: als ze dan toch weer moet gaan moorden, dan wil ze hogerop. De lakens uitdelen. De moordplannen smeden, in plaats van alleen de beul zijn.
Maar ja. Het zou fijn zijn om te kunnen zeggen dat dit derde seizoen een volleerde herhaling is van het kunstje dat we in de eerste twee series ook al zagen, met een paar upgrades. Maar eigenlijk is het vooral lastig om te bepalen wat deze acht afleveringen nou precies zijn. Schrijver van dit seizoen is See– en Fear the Walking Dead-producer Suzanne Heathcote, maar heel eerlijk gezegd is dat nou niet bepaald de beste keuze geweest. Het is een nogal chaotische mengelmoes van alles en tegelijkertijd niets, die nog wel redelijk begint: de eerste moord is in een heerlijk sfeervol kruidenierszaakje in Genua, en ook de scène waarin Villanelle zonder blikken of blozen haar piepjonge medemoordenaar doodschiet als hij niet doet wat ze heeft gezegd, is goud. Maar… verder? Tja. Eigenlijk word je als kijker geacht een hoop gaten in te vullen, terwijl daar toch echt gaten in het scenario vallen. Die jonge Dasha uit de flashback in de eerste aflevering? Vele malen interessanter dan de oude Dasha. Dat tussen neus en lippen door vermelden dat ze haar mentor is geweest? Dat schiet het doel voorbij. Een serie die vanaf de allereerste aflevering Villanelle als een geweldig, geniaal en glorieus personage heeft neergezet, komt er niet zo makkelijk vanaf. De verhaallijn rond Dasha en vervolgens rond Villanelles terugkeer naar haar geboorteplaats in Polen: het is allemaal niet interessant genoeg en doet absoluut geen recht aan wat je je als kijker voorstelt bij hoe Villanelle is geworden zoals ze is. De magere zijspoortjes in dit seizoen doen des te meer verlangen naar door Waller-Bridge geschreven flashbacks over de tijd dat Villanelle nog geen huurmoordenaar was en de tijd waarin ze dat werd.
Aan de andere kant is Villanelle ook het schoolvoorbeeld van een personage dat eigenlijk, eigenlijk gewoon één groot, prachtig, fascinerend mysterie zou moeten blijven, zoals Emily Dickinson en Meta Hari grote mysteries waren. De magie verdwijnt op het moment dat het mysterie ontrafeld wordt, omdat er vanaf dat punt geen ruimte meer is voor hoe je haar geschiedenis zelf bij elkaar zou fantaseren. En misschien klinkt het te hard, maar de ”ontwikkeling” die Heathcote het personage in de tweede helft van het seizoen door de strot duwt? Dat is bijna een ongelooflijk pijnlijke, beledigende vorm van karaktermoord te noemen.
Seizoen 3 laat als geen enkel ander seizoen zien dat Comers acteerperformance zo ongeëvenaard is dat ze de serie in haar eentje zou kunnen dragen. Dat het script er met honderd kilometer per uur op achteruit is gegaan, is niet haar schuld: de kostuumontwerpers doen nog steeds fantastisch werk en de shots van haar in fabuleuze couture in de straten van Barcelona is nog steeds een verrukkelijk feest, en haar inlevering, haar mimiek en haar meesterlijke spel van op volmaakte wijze reageren op de andere acteurs blijven onbetwist, zeker omdat – en dat moeten we Heathcote wel nageven – dit seizoen haar ook de kans geeft zich van een wat kwetsbaardere kant te laten zien en voort te borduren op de zeldzame scheurtjes die ze in eerdere afleveringen tentoon mocht stellen. Punt is: misschien had Killing Eve gewoon Villanelle moeten heten en puur en alleen over haar psyche en over haar making killing killer-verhaal moeten gaan. Want laten we even eerlijk zijn: maakt het nou eigenlijk echt iets uit voor wie ze werkt? Als het antwoord ja is, dan is Villanelles in dit seizoen geïntroduceerde baas Hélène (steengoede gastrol van Camille Cottin, Dix pour cent) nog het boeiendst… maar die hele verhaallijn rond de Twaalf? Is die ooit écht interessant geweest? En tja, tuurlijk, het vuurwerk tussen Eve en Villanelle is grandioos, maar als puntje bij paaltje komt, is Oh lang zo goed niet als Villanelle en zwakt de spanningsboog altijd een beetje af zodra Eve in beeld verschijnt – terwijl je geen seconde wilt missen van Comers scènes. In dit seizoen is het ook nog eens lastig om Eve te peilen: het ene moment wil ze niets meer met MI6 en Villanelle te maken hebben, het volgende zit ze weer moorden te analyseren. Ze gaat van haar obsessie met Villanelle naar pogingen om het weer goed te maken met haar man Niko, en dan wil ze opeens weer alles weten over de Twaalf – en die hele Twaalf is nog nooit zo verwarrend of oninteressant geweest als nu, mind you. Vooral niet als je bedenkt dat de plot gedurende bijna het hele seizoen draait om de moord op een bepaald sleutelpersonage en de ontknoping daarvan uiteindelijk danig, danig teleurstelt.
Maar het grootste probleem zit ‘m in die roemruchte chemie tussen Eve en Villanelle: die is weg. Er zijn geen vonken meer. In het eerste seizoen slaagde Phoebe Waller-Bridge er met meesterlijke scenario’s feilloos in om Eve en Villanelle om elkaar heen te laten draaien, elkaar op een haar na te missen, een dans uit te voeren van psychologische spelletjes en een explosieve aantrekkingskracht. De laatste scène van het derde seizoen slaat wat dat betreft de spijker op zijn kop: het monster dat Villanelle in al haar glorie is, maakt het monster in Eve wakker en ook in het tweede seizoen werkte dat bijzonder goed – dat is namelijk waar de hele serie op gebaseerd zou moeten zijn. Het was opwindend, zinderend, als vuurwerk in Venetië of de rook die vrijkomt bij een scheikundige proef. Het knetterde van de spanning tussen de twee, die zoveel kanten op kon dat het de kijker liet fantaseren over nóg interessantere verhaallijnen. Maar het script van seizoen drie doet dat teniet. De kans dat Villanelle en Eve nu nog samen als twee bloedmooie, machtige huurmoordenaars door het leven zullen gaan, eindigend met een climax waarbij ze elkaar tegelijkertijd doodschieten omdat dat uiteindelijk toch geen leven is, is nu niet meer reëel, niet na de zogenaamde ontwikkeling die voor Villanelle in gang is gezet. De spanning is weg. De vonken zijn in geen velden of wegen meer te bekennen. De chemie van het kat-en-muisspel is verschwunden… en daarmee is het kloppend hart van de serie stilgevallen.
Over karaktermoord gesproken.
Het is zo jammer, maar Killing Eve is in dit seizoen gewoon enorm ondermaats. Nee, je verveelt je er heus niet mee, en er zitten nog genoeg scènes in die goed in elkaar zitten en je aandacht vasthouden. Maar over het geheel genomen word je er als kijker niet meer warm of koud van, glijd je niet meer naar het puntje van je stoel en zijn er nauwelijks momenten meer dat je het scherm in wordt gezogen. Misschien bekijken we het verkeerd, moeten we de visie van een nieuwe schrijver op de personages en de deuren die die nieuwe visie opent eerder omarmen en een kans geven dan afwijzen. Maar seizoen drie is nauwelijks meer te herkennen als deel van de serie zoals ze in het eerste seizoen was, want die eerste momenten, met de sjaal en het haar los, die ontmoeting in Eves keuken, de confrontatie in Parijs? Zo krachtig is het nooit meer geweest. En dat is gewoon ontzettend jammer: het had nog oneindig veel beter kunnen worden als de plot in een andere richting was gegaan. Er zijn talloze kansen blijven liggen die door de koers van het scenario waarschijnlijk ook niet meer kunnen worden gepakt: Killing Eve is veranderd in een ontsporende trein die ergens een wisselspoor naar een bergtop heeft gemist en nu met een noodvaart af dendert op een ravijn… en toch kun je niet wegkijken, want daarvoor is het nog steeds te mooi, te interessant en – ja, ook nu nog – te briljant en zijn we te betrokken bij de prachtige tragedie van dit verknipte liefdesverhaal.
Laten we hopen dat seizoen vier het laatste wordt, en dat ze Waller-Bridge terughalen voor alles wat het nog zou kunnen worden… want zij is de enige die het nog met een schitterend script terug zou kunnen brengen naar de essentie om er vervolgens met een harde knal uit te stappen.