Muziekfilms zijn altijd al populair geweest: van Grease tot Mamma Mia! en van Singin’ in the Rain tot La La Land. Of het nou gaat om rasechte musicals waarin mensen pardoes een flashmob gaan uitvoeren om duidelijk te maken dat hun leven (g)een sprookje is of om een film over de muziekindustrie waarin de muziek het verhaal is, maakt in wezen weinig uit… in beide gevallen gaat het namelijk om een ode aan alles wat muziek je kan laten voelen en denken en beleven, een ode aan de kracht van muziek an sich en een ode aan de muziekwereld. Er zijn maar weinig gevallen waarin het niet werkt: meestal weet een filmscène waarin een nummer op de voorgrond treedt aan precies de juiste hartsnaren te trekken, en als het héél goed werkt, is het de muziek waardoor een film impact heeft. En misschien is het de wetenschap dat muziek troost biedt in tijden waarin we verzuchten wat een bizarre tijden het toch zijn, maar de muziekfilms zijn momenteel niet van de lucht – en terecht, want als je voor het eerst sinds lange tijd weer naar de bioscoop kunt, is een muziekfilm misschien wel de beste keus om je weer een beetje op te peppen en je blik weer wat rooskleuriger te maken.
The High Note
Dakota Johnson (qua acteerwerk nog geen spat veranderd sinds Fifty Shades of Grey, maar prima om naar te kijken) speelt in deze film van You Me Her-regisseur Nisha Ganatra de rol van Maggie, assistente van Grace Davis – oftewel dé popdiva van het moment. Davis wordt gespeeld door Tracee Ellis Ross, dochter van Diana Ross en als actrice bekend van Black-ish en Mixed-ish. Maggie regelt Graces leven, maar stiekem wil ze niets liever dan haar muziek produceren; Grace op haar beurt moet kiezen tussen nog heel lang op het podium blijven staan met haar hits van jaren geleden en in het diepe springen met een nieuw album… en wellicht kunnen de twee vrouwen elkaar daarin de hand reiken.
Wat The High Note vooral leuk maakt is dat het goed uitgewerkte personage van Grace in de moderne muziekindustrie geen gelijke kent: ze wordt neergezet als de Whitney Houston, Aretha Franklin, Tina Turner of Diana Ross van deze tijd, en je kunt haar niet echt vergelijken met de zangeressen die de popindustrie nu rijk is. Ze heeft wat van Beyoncé, van Mariah Carey, van Rihanna, maar tegelijkertijd ook weer niet, en dat maakt het verfrissend; haar verhaal is er eentje waar je als millennial met de nodige kennis van de muziekindustrie naar kunt kijken, maar waar je moeder of vader van in de vijftig net zo goed van zal kunnen genieten, omdat het de muziek van toen een beetje dichter bij nu brengt. De band tussen Maggie en Grace is leuk uitgewerkt, maar het is vooral Graces creatieve strubbeling die je geïnteresseerd houdt, in combinatie met de ontluikende liefde tussen Maggie en aanmodderend muzikant David (Kelvin Harrison Jr., Luce) wiens personage tegen het eind voor een verrassend leuke twist zorgt. Het is charmant, geestig, pakt je in met romantiek, verveelt geen moment en is feelgood met een plusje. De soundtrack swingt, klinkt sterk en authentiek, met wat gevoel op de juiste momenten, en maakt het geheel nog overtuigender. Hoogtepunten zijn Graces persoonlijke anthem Love Myself en slotnummer Like I Do, maar eigenlijk is alle muziek fijn om naar te luisteren, zeker in combinatie met de mooi in het vat gegoten filmscènes.
Te zien in de bioscoop en binnenkort on demand.
Eurovision Song Contest: The Story of Fire Saga
Toen Netflix een paar maanden geleden de trailer voor Eurovision liet zien, was de reactie van het publiek er eentje van collectieve scepsis, rollende ogen en opgetrokken wenkbrauwen. Misschien verwachtten we met z’n allen een film die vanuit verschillende perspectieven een verhaal zou vertellen over het Songfestival, maar door de promotie van Volcano Man zag het er allemaal vooral heel… satirisch en ridicuul uit. Toch doet dat eigenlijk niet echt recht aan de film: als de eerste reactie ”WAAROM heeft Netflix deze richting gekozen” was, dan kom je daar na de aftiteling op terug met een ietwat verwonderd, maar tevreden gevoel van ”natuurlijk is dit helemaal niet zo’n slechte film, het is Netflix.”
De plot van de film is vrij simpel: de IJslandse Lars (niet eens zo heel erbarmelijk vertolkt door Will Farrell, The Other Guys) en Sigrit (heerlijk sympathiek gespeeld door Rachel McAdams, The Notebook) maken al sinds hun kindertijd, toen ze samen ABBA het Songfestival zagen winnen, muziek – met als ultieme doel ook ooit op dat felbegeerde podium te staan. Wanneer door een samenloop van omstandigheden waar je maar niet al te veel over na moet denken alle mogelijke Songfestivalinzendingen van IJsland worden uitgeschakeld, heeft de commissie geen andere keus dan Lars en Sigrit – oftewel, Fire Saga – dan maar naar Edinburgh te sturen. Daar moeten ze laten zien wat ze kunnen, de roes van het grote muziekspektakel het hoofd bieden en ook nog eens zien uit te vogelen wat ze nou eigenlijk voor elkaar betekenen.
Dit is eigenlijk typisch zo’n film waar je gewoon niet te veel over moet nadenken. Is het realistisch? Eh… nee. Niet bepaald. Vermakelijk? Dat wel. Het leuke is dat het de essentie van het Songfestival uiteindelijk toch verrassend goed weet te vatten en dat het je doet beseffen dat veel van de deelnemers aan het echte festijn precies zo zijn als Lars en Sigrit: ze komen uit kleine plaatsjes, maar hebben grote dromen, willen hun thuisfront trots maken en iets bijzonders doen met hun talent. De film, geregisseerd door David Dobkin – bekend van zijn regiewerk voor videoclips – slaagt er goed in de kleurrijke Eurovisie-wereld tot leven te brengen, inclusief podiumshows, een glorieuze sing-along met bekende Eurovisie-gezichten en een leuke verhaallijn rond de inzendingscommissie. Het is vermakelijk, schattig, niet half zo belachelijk als je zou verwachten en de glansrijke gastrollen van Pierce Brosnan, Dan Stevens en Graham Norton zijn veel bonuspunten waard. O, en de soundtrack is verrassend goed: de scènes waarin Fire Saga optreedt zijn tof, en of je nu wilt of niet… Double Trouble, Volcano Man, Lion Of Love, Jaja Ding Dong en In The Mirror zitten gauw genoeg in je hoofd, en dan zing je ze maar al te graag keihard mee – precies zoals je bij daadwerkelijke Songfestivalnummers zou doen. Absoluut een kans waard, vooral als je van het Songfestival houdt.
Te zien op Netflix.
I Still Believe
I Still Believe vertelt het waargebeurde verhaal van christelijk zanger Jeremy Camp, die op zijn twintigste verliefd werd op een meisje dat kort daarna terminale kanker bleek te hebben. Hij trouwde met haar, zorgde voor haar en schreef na haar overlijden liedjes over hoe hij na zo’n immens verlies zijn weg terug vond naar het geloof, daarbij het verhaal van zijn vrouw en haar rotsvaste geloof in wonderen vertellend. In deze film, geregisseerd door de Erwin-broers (October Baby, I Can Only Imagine) speelt Riverdale-hartendief K.J. Apa de rol van Camp – en dat doet hij met verrassend veel passie en overtuigingskracht. Britt Robertson (Girlboss, For the People) speelt de rol van zijn grote liefde Melissa, en ook zij weet precies de toewijding in het personage te leggen die de echte Melissa kenmerkte.
Toegegeven: de film is qua plot en structuur niet heel sterk. De eerste helft is wat langdradig en het duurt iets te lang voordat de focus komt te liggen op wat Jeremy en Melissa samen hebben. Daarnaast is het niet helemaal een muziekfilm: als je de trailer bekijkt, zou je meer muzieknummers en ook een paar tracks met een wat hoger feelgoodgehalte verwachten. Maar als je eenmaal bent gewend aan het idee van de christelijke muziek en zodra het liefdesverhaal op gang komt, blijkt dat de film eigenlijk toch beter is dan in eerste instantie het geval lijkt. Sterker nog: pas als de aftiteling begint, merk je hoe zeer het verhaal eigenlijk echt aan je hartsnaren heeft lopen trekken. Het is romantisch op een ontzettend liefdevolle manier, met hier en daar een luchtige en vooral lieve noot, en het bijzondere is dat het verhaal heel klein lijkt, maar eigenlijk is het ontzettend groot en ondefinieerbaar en bijzonder. Zeker naar het einde toe wordt de muziek steeds krachtiger en betekenisvoller, en of je nu gelovig bent of niet… de film brengt prachtig in beeld hoe beladen en belangrijk het geloof voor Melissa is. Thema’s als je weg vinden in de richting van wat de zin van jouw leven is, je weg terugvinden richting het geloof, het relatieve van wonderen en de helende kracht van muziek zijn prachtig ingekleurd en in combinatie met het acteerwerk komt het allemaal uiteindelijk toch best binnen. Hoogtepunt van de soundtrack is I Still Believe, maar Apa’s stem is sowieso op bijna elke track erg mooi en in combinatie met het verhaal is de muziek vooral prachtig.
Te zien in de bioscoop en binnenkort on demand.
Davina Michelle: My Own World
Davina Michelle, die twee jaar geleden doorbrak dankzij liedjesprogramma Beste Zangers en sindsdien de Nederlandse muziekwereld van onder tot boven aan het veroveren is, had afgelopen voorjaar twee uitverkochte shows moeten geven in AFAS Live. Toen die door de ontzettend ongelukkige timing van het coronavirus moesten worden afgelast, besloot ze het anders te doen: ze gaf de show alsnog, inclusief band, dansers en showeffecten, maar dan in een lege zaal, voor een camera, om zo een concertfilm te kunnen maken en die alsnog met fans te kunnen delen. Dat is My Own World geworden, genoemd naar de nieuwe single die gelijktijdig met de film – die op twee data in Pathé te zien was en sindsdien te bekijken is via Pathé Thuis – uitkwam. Het is half concertfilm, half concertdocumentaire geworden: de beelden van de show, die in één take zijn gemaakt, zijn aan elkaar gemonteerd met behulp van oudere achter de schermen-kijkjes bij bijvoorbeeld haar coverstudio en haar Pinkpop-optreden. Daarnaast wordt de zangeres een paar keer geïnterviewd, wat reeds veel besproken momenten oplevert dat ze een boekje opendoet over haar worsteling met de entertainmentwereld en haar plek daarin.
De combinatie werkt goed, want juist door het achtergrondverhaal komt haar sterke persoonlijkheid en haar air van ”bewijzen wat ik écht in mijn mars heb” des te duidelijker naar voren. De concertbeelden geven een vibe van intense intimiteit: met haar grote ogen weet ze de camera naar zich toe te lokken en weer weg te sturen, en het voelt inderdaad bijna alsof je op de eerste rij zit van de show. Michelle stelt haar opzwepende, rauwe stemgeluid – dat je elke keer weer het gevoel geeft dat ze het uit de diepste krochten van haar ziel haalt met alle kracht die ze in zich heeft – vol trots tentoon, maar ook haar energie, haar connectie met de band en haar nooit-aflatende contact met jou als kijker bezorgen je kippenvel van top tot teen. Absolute hoogtepunten zijn Beat Me en Skyward, maar ook de momenten dat ze kleiner gaat, bijvoorbeeld tijdens het nog niet uitgebrachte The Last Thing I Need en het duet van 15 Miljoen Mensen met Snelle, overtuigen van haver tot gort. Een sterk in elkaar gezette concertfilm, die zeker recht doet aan de show die ze had willen neerzetten en ook een sterk portret is van haar als artiest én van haar verhaal als rijzende ster. Single My Own World, met haar persoonlijkste tekst tot zover en een dynamische, interessante beat, maakt het mooi af.
Te zien op Pathé Thuis.